dinsdag 23 maart 2010

What's in a name?

Taal is een erg waardevol fenomeen. Hoe je iets noemt bepaalt hoe je ermee omgaat. Zo is in de zorg al een tijd lang het woord ‘patiënt’ vervangen door ‘cliënt’. Hoe verbazend is het dan als vervolgens die cliënt ook eisen gaat stellen aan de kwaliteit en zich ook als cliënt behandeld wenst te zien?

Zo ook spreken wij al enige tijd over D66 als een partij terwijl de juridische vorm een vereniging is. Eigenlijk vind ik vereniging een veel beter woord dan partij, net zoals volksvertegenwoordiging mijns inziens een beter woord is dan parlement.

Een partij in een parlement; iets dat deel is van een groter geheel dat plaatsvindt op een plek waar gepraat (parler) wordt. Maar dit is iets heel anders dan mensen die deel uitmaken van een vereniging (iets dat mensen verbindt), die hun afgevaardigden of vertegenwoordigers sturen naar de volksvertegenwoordiging en waar de regering verantwoording aflegt aan die volksvertegenwoordiging. Dat zijn volgens mij de juiste woorden bij wat politiek bedoeld is te zijn.

Niet zolang geleden heeft Alexander Pechtold aangekondigd deel uit te willen blijven maken van de volksvertegenwoordiging; ook als de politieke vereniging D66 zo veel stemmen haalt dat zij gevraagd wordt deel uit te gaan maken van een regering. Dat doet Alexander omdat hij van mening is dat de regering uit Top Kwaliteit (A+) bestuurders moet bestaan die het beste met het land voor hebben. Partijpolitieke keuzes moeten worden gemaakt door de volksvertegenwoordiging die debatteert over wat wenselijk is, terwijl de regering het heeft over wat haalbaar is. Een politiek leider hoort dus thuis in de volksvertegenwoordiging en niet in de regering, vindt Pechtold.

Deze scheiding herstelt een zuiverheid van het politieke werk op een manier waar het ooit om begonnen is: burgers die zich verenigen in een vereniging die hun gedachtegoed uitdraagt en die zijn vertegenwoordigers naar de volksvertegenwoordiging stuurt. Dit impliceert dat een politieke vereniging iets is dat plaatsvindt ‘tussen mensen onderling’. De politieke vereniging heeft in die zin pas wat met de overheid te maken als zij haar vertegenwoordigers afvaardigt en is zeker geen deel van de overheid zoals het nu vaak lijkt.

De vereniging als verbinding tussen mensen onderling. Hieruit volgt naar mijn mening dat onze vereniging – D66 – vooral initiatieven ondersteunt die van mensen zelf komen in plaats van als partij denken te weten en te bepalen wat goed voor de mensen is. Dan wordt D66 opeens die vereniging die tot uitvoering brengt wat President Kennedy ooit zei: ‘Don’t ask what your country can do for you but ask what you can do for your country’. What’s in a name?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten